Interview met Heinz Mölders in het Parool door Paul van Liempt, op 30 januari 2007 

 

‘Ik leg zelf mijn ellende op tafel.’

 

Klinisch psycholoog Heinz Mölders werkte zich op van automonteur tot klinisch psycholoog. Hij koos in zijn vakgebied niet het gebaande pad, maar ontwikkelde een eigen methode. ‘Het gaat om onvoorwaardelijk naar elkaar luisteren, zonder etiketjes plakken.’

 

 Op zijn werkkamer in Oud West hangt een tekening die zijn werkwijze bij uitstek typeert. Drie geleerde heren staan rond een snijtafel met verdwaasde uitdrukkingen op het gezicht naar een vis op het droge te kijken. De begeleidende tekst: ‘Om de vis te begrijpen moet je het water kennen.’ Het is precies de reden waarom hij niet als psycholoog ‘in een klinische omgeving’ aan het werk wilde. Zijn devies: je moet de mens nooit, net als die vis, uit zijn sociale context halen.

 

  Tijdens zijn studie psychologie aan de Rijks Universiteit Utrecht merkte Heinz Mölders (59), van het INCA-projectbureau (International Communication Amsterdam), dat er veel te weinig aandacht werd besteed aan hoe mensen in het dagelijks leven functioneren. Eenzijdige boekenkennis prevaleerde boven wat mensen ‘concreet meemaken.’ Het stond hem tegen dat er vanuit een psychologiserende- en medische visie naar mensen werd gekeken. De van tevoren bedachte theorie werd toegepast om iemand in het juiste hokje te krijgen.

 

  Om in een lacune te voorzien richtte de met een sonore stem en licht Duits accent sprekende Mölders tien jaar geleden de zogenaamde ‘Multiloog-groepen’ op. Multiloog staat letterlijk voor ‘stemmen die gehoord dienen te worden.’ Tijdens de bijeenkomsten, op neutraal terrein gehouden in een buurtcentrum in Amsterdam West, wisselen mensen met verschillende achtergronden ervaringen uit over psychisch lijden in hun dagelijks leven. Mölders: “Voortdurend leggen we elkaar de wereld uit, vertellen we de ander hoe hij moet denken en leven, terwijl die vaak zelf het beste weet wat hij moet doen. Natuurlijk, je hebt anderen nodig om de blinde vlekken bij jezelf te ontdekken, maar het is cruciaal dat je zelf het heft in handen neemt, of het initiatief weer terugpakt.”

 

  In ‘een veilige omgeving’ mag iedereen zijn of haar verhaal vertellen, zonder dat de alwetende psycholoog aan het duiden of verklaren is. Sterker nog: als het zo uitkomt neemt Mölders zelf de kwetsbare positie in door over zijn eigen ellende te beginnen. Vijf jaar geleden reed hij na een Multiloog-bijeenkomst ’s avonds laat naar huis, toen opeens zijn koffer door een straatovervaller, die met nog twee anderen opereerde, werd afgepakt. Hij rende achter de overvaller aan, door donkere paden en bosjes in Bos en Lommer, tot hij achter een bus door de overvaller en zijn kornuiten werd aangevallen. Hij werd bewerkt met negen messteken. Ruim een maand lag hij in het ziekenhuis, waar zijn buik helemaal werd opengesneden, zijn milt moest worden weggehaald en een paar zenuwen in zijn linkerbeen geknakt waren. Door over zijn eigen nare ervaringen te verhalen is hij voor de andere bezoekers nog geloofwaardiger, zegt hij.

 

  Tijdens het lange revalidatieproces ging hij bij wijze van therapie beeldhouwen. Een paar destijds gemaakte kunstwerken op zijn kamer zijn de stille getuigen van die inspanning. De expressionistische schilderijen aan de wand zijn ook van eigen makelij. De afbeeldingen sieren de informatiefolders van Multiloog. Hij schildert al heel lang, als hobby naast zijn werk.

 

Bijdrage aan de stad

 

“Ik ben geboren in het kleine Duitse dorpje Sonsbeck, net over de grens. Na de lagere school ben ik meteen gaan werken volgens het in Duitsland bekende systeem van gezel en meester. Ik heb een tijdje gewerkt als (meester) automonteur, waarna ik hard studeerde om via het tweede kans onderwijs eindexamen te doen. Dat verschafte mij toegang tot de universteit.”

 

  “Het was heel bijzonder dat ik ging studeren. Ik verkeerde in een omgeving waarin heel weinig academici vertoefden. In mijn familie had je geen intellectuelen, van één oom was bekend dat hij ooit gestudeerd had. Langzamerhand heb ik mijn eigen werk als psycholoog gecreëerd. De Multiloogbijeenkomsten beschouw ik als een succes, zonder inzet van vrijwilligers en andere betrokkenen was dit project nooit tot stand gekomen. Soms zitten er dertig deelnemers tegelijk bij elkaar, die zich vrij voelen omdat anonimiteit gewaarborgd is. Daar zitten ook professionals bij, zoals hulpverleners en buurtwerkers, die verhalen horen uit het echte leven en soms net als ik ook hun sores op tafel leggen.”

 

  “Ik wist toen ik begon met Multiloog dat ik een groot risico nam. Als je buiten de gebaande paden treedt is de kans groot dat je door de gevestigde orde als charlatan wordt gezien. Toch timmeren we al een decennium lang aan de weg en worden we serieus genomen, ook door de overheid. Ook dit jaar krijgen we weer geld van de gemeente, al is het dan niet veel. We ontvangen de helft van wat we hebben aangevraagd. De wethouder vindt het een goed project, maar zegt dat er niet meer financiën beschikbaar zijn omdat ook andere projecten aan hun trekken moeten komen. We dreigen nu wel tegen een muur op te lopen: is het met deze middelen nog verantwoord om door te gaan? In het aanvragen van subsidies, met steeds weer nieuwe criteria, gaat bovendien veel onproductieve tijd en energie zitten. Energie die we juist zouden moeten aanwenden voor de bijeenkomsten van Multiloog.”

 

Waardering

 

“We krijgen veel complimenten omdat we onder meer een anti-stigma project zijn. Vergis je niet hoe hardnekkig een etiket kan doorklinken. Als je de diagnose ‘schizofreen’ krijgt, kun je daar je hele leven aan vast zitten. Bij alles wat je doet kijkt de ander door die reducerende medische bril: oh ja, die is schizofreen. Alsof je een soort object bent. Ik heb gemerkt dat waanzin veel menselijker is dan we denken. De grens tussen waanzin en werkelijkheid is echt heel dun en verloopt geleidelijk.”

 

  “We krijgen gelukkig voortdurend adhesie- en steunbetuigingen, uit alle mogelijke hoeken. Vanuit maatschappelijke dienstverlening kregen we te horen dat Multiloog een belangrijke aanvulling is op alle andere manieren om je verhaal kwijt te kunnen. Ze schreven letterlijk: ‘Het is de enige plek waar klanten, familieleden en hulpverleners op voet van gelijkheid met elkaar in gesprek zijn.’ Een van de bezoekers liet ons weten: ‘Het is van essentieel belang dat Multiloog blijft bestaan. Onvoorwaardelijk wordt er geluisterd, zonder oordeel, zonder etiketjes op te plakken. Je wordt er echt gezond.’ Een andere deelnemer vatte de betekenis vond ik mooi samen: ‘Een oase van rust en contact in de hectiek en anonimiteit van de grootstedelijke jungle. Een spuiplek en ook een subtiele vorm van spreken met mensen uit alle lagen.”

 

Collega’s

 

“Vanuit INCA hebben we de stichting IPC (Integratie, Participatie en Communicatie) opgezet om Multiloog een breder draagvlak te geven. Ik ben de initiatiefnemer en word bijgestaan door Marianne, onze bureaumedewerkster met wie ik deze ruime kamer deel en Nona, die de bijeenkomsten in het buurtcentrum begeleid. Om onze werkwijze verder uit te dragen werken we met veel vrijwilligers samen die soms ook als ambassadeur voor ons optreden. Verder werken we samen met mensen die een psychiatrsich verleden hebben. Ze zitten onder andere in het bestuur van de stichting. Van de hulpverleners die deze bijeenkomsten bijwonen krijg ik veel steun doordat ze me vaak verzekeren meer oog te krijgen voor hun eigen werksituatie na een avondje Multiloog.”

 

Sfeer in de stad

 

“Ik woon een groter deel van mijn leven in Nederland dan in Duitsland, maar zal hier op een bepaalde manier toch altijd een buitenstaander blijven. Als ik in een taxi zit herkent een Turkse chauffeur mijn accent en spreekt me daar op aan. In de zin van: je bent net als ik afkomstig uit een ander land. Bij Nederlanders voel ik soms meer afstand. Ik ben voor hen in dergelijke situaties een niet-Nederlander, minder dan vroeger, maar toch.”

 

  “Ik vind het prettig als mensen, hoe goed bedoeld ook, tijdens het eerste contact, geen Duits met me proberen te praten. Als ze het doen bekruipt mij het gevoel dat ze je toch indirect laten merken dat je de taal niet goed spreekt. Het komt steeds minder voor, maar ik zal me er bij neer moeten leggen dat ik hier altijd een buitenlander blijf.”

 

KADER

 

Geboren: Sonsbeck, 4 februari 1947.

 

Zoon van: “Mijn ouders zijn alletwee overleden. Mijn moeder was huisvrouw, mijn vader coördinator van een boerderij bij een ziekenhuis. Dat ziekenhuis had dus een grote tuin, landerijen en eigen vleesproductie, met varkens, koeien, kippen en konijnen.”

 

Vorige baan: “Ik heb als psycholoog uitwisselingsprojecten verzorgd tussen Nederland en Duitsland over arbeidsrehabilitatie.”

 

Hoogste opleiding: Doctoraal psychologie aan de RU Utrecht.

 

Laatste boek: “’Fluchtstuecke’ van Anne Michaelis, over het Derde Rijk en mensen met concentratiekampervaringen. Heel mooi vond ik ook ‘Das Kopenhager Journal’ van Peter Weiss, een buitengewoon boeiend en openhartig dagboek uit de crisisperiode 1960-1961 van een in Nederland redelijk bekende kunstenaar.”

 

Mooiste wapenfeit: “Dat Multiloog in Nederland van de grond is gekomen, zijn waarde heeft bewezen en dat er zoveel mensen met ervaring in de psychiatrie aan mee werken. Mijn gevoelens over deze tijd komen het beste tot uitdrukking in een gedicht van Bertolt Brecht: ‘An die Nachgeborenen.’”

 

Wil nog: “Ik zou graag ooit nog eens een boek publiceren over mijn werk voor Multiloog. We zijn nu met een boekprojectje bezig om de methode op papier vast te leggen.”

 

- Paul van Liempt